Als het stormt in je hart, ga mee, ga mee...


ZELFPORTRET


Ramses heeft wel eens gezegd dat hij tijdens interviews vaak zo maar wat zei tegen journalisten. (Die verdienden soms ook niet beter, denk bijvoorbeeld aan het Het 'Kwik-incident'.) Bovendien beweert hij altijd heel slecht te zijn in zelfanalyse. Maar als je oude interviews doorleest, dan blijkt Ramses toch heel consistent, openhartig en geloofwaardig een beeld van zichzelf te schetsen:



(in Eva, 27 september 1958:)

"In dit leven moet men rustpunten vinden.
Wonderlijk genoeg vind ik die in het theater. Natuurlijk, er is geen chaotischer gemeenschap denkbaar en daarom vind ik er rust, omdat ik zélf chaotisch ben. Elke avond, als ik de kleedkamer binnen kom, kom ik thuis. Dan gaat het leven weer beginnen. Het leven buiten deze schouwburg gevangen in de vorm: toneel. Ik mag vanavond via mijzelf een ander zijn."

(klik hier voor het hele artikel)



(tegen Frank Wuyters, in Wereldkroniek, 1965:)

"Er stroomt nu eenmaal bloed door mijn lijf dat om avontuur schrééuwt!"

"Ik heb in het verleden zoveel aangepakt dat ik onophoudelijk struikelde."

"Het is flauwekul om te zeggen, dat je geen prestaties meer kunt leveren, als je je talent versnippert, want het gaat er immers alleen om of je vitaal genoeg bent om je eigen tempo bij te benen."

"Je moet je noodlot kunnen dragen. Als je echt van het leven wilt genieten, als je je wilt bedrinken aan elke dag, dan heb je geen tijd om na elke mislukking je wonden te likken."



(in De Katholieke Illustratie, 17 juni 1967:)

"Ik ben nou eenmaal een bijzonder chaotisch mens en dat zal ik blijven totdat ik er moe van word."

"Ik laat me enorm drijven door allerlei impulsen. Die volg ik blindelings en daardoor kom je vaak in botsing met je liefste omgeving."

"Ik heb een idioot natuurtalent voor muziek en een heel beperkt talent voor toneel. Gisteravond waren hier een paar mensen en ik heb voor hen piano gespeeld tot vanmorgen acht uur. Ik spéél de mensen die hier zijn. Ik maak liefde met hen via de piano. (...) Het geeft wel een hele grote geestelijke eenzaamheid. Jij doet het allemaal, jij verleidt en je wordt niet verleid. Daarom moet ik me daarna ook enorm afreageren. Dat hele liedjeszingen heeft de chaos in mij eerder aangewakkerd dan getemperd."



(tegen Ischa Meijer, in De Nieuwe Linie, 15 februari 1969:)

"Vroeger, dat is van het begin af aan glamourous. Van de dag in dat systeem gegroeid. En teruggegleden tot dingen die me meer interesseren. Het heeft te maken, ja met je persoonlijke plezier, het terugdringen van jezelf tot de wezenlijke waarden."

"Ik ben opgegroeid bij m'n moeder. Hoe dat was??? Haaaaaah, nou ik was een potentaat en dat heb ik nooit afgeleerd. Ik stelde de regels in. Een kleinigheid: geen gebakken aardappelen maar gekookte. Gekookte. En dat gebeurde."

"Ik heb de absolute schoonheid gekend van twee mannen die van elkaar houden en ik ken ook op een wonderlijke wijze de relatie, de diepe relatie tussen man en vrouw en de volslagen andere wereld daarvan en ik vind dat het mensdom mij in die verwarring moet laten."

"Ik heb absoluut plezier in m'n begaafdheden. Punt."

"Ik heb geen idee waar dit bestaan toe zal leiden. Ik voel me in een constante tussenfase."



(tegen René de Bok, Elseviers Weekblad, 1971:)

"Als ik dronken ben, staat er een totaal ander mens in mij op. Ik hou hem niet tegen. Maar ik ken die man niet. Ik weet dat hij agressief en opdringerig is, een vochtige oogopslag en een scherpe tong heeft. Diabolisch noemen de mensen me dan."

"Ik schrijf recht-toe-recht-aan-verzen. Ik ben een realist, mijn liedjes hebben de functie, dat ze de luisteraar iets van het gewone en het ongewone leven vertellen. Ik hou niet van vage teksten, die horen in een bundel thuis en niet in een lied."

"Ik kan het soms niet hebben, dat mensen me vragen hoe het met me gaat. Ik duik net zo lang onder totdat ik weer in een stemming ben, dat ik er naar smacht dat de mensen me op straat aanhouden en vragen hoe het met me is."

"Creatief werk draagt iets arrogants in zich, de lef om te denken dat je producten niet opgevreten zullen worden door de verscheurende dieren van de kritiek."



(tegen Hette Visser, Nieuwe Leidse Courant, 1974:)

"Ze zeggen dat ik ontzettend onvolwassen ben, maar ik heb nu eenmaal geen tijd voor huisje, boompje, beestje. Kijk, ik heb er ook niets op tegen, maar het is vroeger niet op mijn weg gekomen. Ik heb in mijn leven twee keer een zeer langdurige relatie gehad."

"Af en toe heb ik perioden dat ik me helemaal terugtrek. Ja en dan verdien je ook niets. Da's niet leuk. Want je moet als een schim over straat. Al die schuldeisers..."

"Het benauwt me wel eens, die populariteit. Aan de ene kant heb je de klaplopers, bewonderaars, maar de andere kant is ook dat mensen zich agressief gaan gedragen. Zo van: hé ventje, jou televisiesmoeltje bevalt me helemaal niet! Rams, boem, daar lag ik in het ziekenhuis."



(tegen Ton Vingerhoets, in de Hitkrant, 2 november 1978:)

"Ik heb in m'n leven drie keer een langdurige verhouding gehad: één keer acht jaar lang, toen zeven en de laatste vijf jaar. Dat is nu net vorige week definitief afgelopen en daar heb ik het erg moeilijk mee. Gelukkig helpt m'n werk me er wel overheen."



(tegen Merel Laseur & Paul Huf, in NRC Handelsblad, 4 oktober 1980:)

"Onweerstaanbaar aantrekkelijk vind ik iemand die een open gezicht heeft, met open ogen, maar een gezicht dat door omstandigheden duidelijk een blokkade heeft opgelopen, en dat dan eigenlijk niet durft om kwetsbaar te zijn."







(tegen Sjoerd Punter, in het Eindhovens Dagblad, 9 april 1983:)

"De mensen konden mij ontmoeten in de kroeg, maar het liefste was ik toch alleen. Dat kan ik heel goed, misschien wel te goed, als een soort hermiet. Toch was ik nooit alleen. Altijd had ik wel een verhouding. Toen m'n laatste verhouding uit elkaar spatte ben ik naar Poona vertrokken waar Bhagwan toen nog zat. Daar is het begonnen."

"Als niets meer vaststaat, en dat is dus nu, dán pas wordt het leven een creatief avontuur."

(klik hier voor twee interviews over Bhagwan)


(tegen Els Smit, in het Vrije Volk, 4 juni 1983:)

"Als je alleen woont, wat ik deed, dan heb je veel vrijheid, denk je. Wat ik nu ervaar, is dat je een veel grotere vrijheid hebt als je in een gemeenschap woont. Het kost moeite om 't je te realiseren. Maar het is een bevrijdende gedachte, als je 'm vindt, dat de vrijheid in jezelf zit."

(klik hier voor het hele interview)


(tegen Aart van Bergeijk in Volgspot, NCRV-radio, 7 januari 1987:)

"Het is een soort dagboek, waar ik mijn liedjes op schrijf."

"Het is heel moeilijk om de drempel te overwinnen om iemands kleedkamer binnen te komen. Zelf heb ik het een paar keer gedaan, om een handtekening te vragen. Als fan. Dan sta je in de kleedkamer en voel je je bij wijze van spreken voor lul staan. Omdat ik dat zo goed begrijp zijn wij [Liesbeth & Ramses] altijd heel vriendelijk als mensen naar onze kleedkamer komen."



(tegen Marc de Koninck, in het Eindhovens Dagblad, 2 april 1987:)

"Vaderschap, ja, dat had ik wel gewild. Maar ik durfde het een vrouw niet aan te doen. Ik ben daar nooit slordig in geweest."

"Als Liesbeth en ik met elkaar zingen, en het liedje is toepasselijk, vuur ik al mijn liefde op haar af. Dan kijk ik haar aan en dan ben ik ook echt verliefd."

"Mijn vrienden van het eerste uur zijn er nog allemaal."

"Ik ben een addict, een verslaafde in alle opzichten. Ik heb bijvoorbeeld geen televisie, omdat ik een enorme televisiefreak ben. Als ik zo'n ding in huis haal ben ik van half zeven 's avonds tot diep in de nacht aan het kijken. Dan komt er niets meer van schrijven en componeren terecht."

"1979 was qua alcohol een dieptepunt. Ik dronk minstens een fles wodka per dag. Ik begon al 's morgens vroeg. Ik kreeg een soort beroerte. Het enige wat ik nu nog drink is wijn."

"Ik vind bezit echt ontzettend onbelangrijk. Ik wil me niet omgeven met van alles. Ik zit er nu hetzelfde bij als toen ik zeventien was. Al mijn meubels heb ik op de gracht gevonden. Ik moet altijd meteen weg kunnen, begrijp je?"



(tegen Maarten Slagboom, VPRO-radio, 23 januari 1991:)

"Erbarme Dich van Bach, dat vind ik prachtig. Sich über einander erbarmen, dat is liefde. De muziek gaat zo adequaat aan het woord; ik ben in tranen. Liefde is de kern van elk geloof. Wat ik nu zeg over mijn geloof zijn eigenlijk de grootste clichés die er bestaan. De invloed die Baghwan op me heeft gehad, is het besef dat er geen enkele stroming of religie is dan die om het leven te nemen zoals het is. Het leven zelf betekent veel meer dan welke religie ook. De enige manier waarop je dat in praktijk brengt is meditatie."

(klik hier voor het hele interview)


(tegen Leonie Jansen, in 'Rotonde', NOS-televisie, 18 juni 1991:)

"Als ik een liedje hoor, luister ik eigenlijk alleen naar de muziek. De tekst komt kilometers daar achteraan."



(tegen Kick van der Veer & Hilde Scholten in 'We zullen Doorgaan', 1994:)

"Ik kan niet zeggen wat ik in de toekomst zal doen. De meest reële vorm van leven vind ik: zien wat er gebeurt. Dat heb ik altijd gedaan en dat zal ik altijd blijven doen. Ik heb geen moment bewust aan mijn carrière gebouwd. Het is me allemaal overkomen. Dat heeft het leven bepaald en het leven is me kennelijk heel goed gezind."

"Op een avond in een bijna uitverkocht Hofpleintheater in Rotterdam trof ik een voor mij onbekende Amerikaanse journaliste. We werden beide laveloos. Ik besteeg het podium met haar, nóg zatter dan ik, aan mijn voeten. Ik ging achter de vleugel zitten en zij kroop er onder. Liselore [Gerritsen, met wie hij optrad, SH] zag dit aan, liep naar de microfoon en zei: 'Dames en heren, u begrijpt dat deze avond niet kan doorgaan. U kunt uw geld terugkrijgen.' In zekere zin zat ik daar dus voor lul op het podium. Toen liep ik naar de microfoon en zei: 'Ja, dat kunt u doen, maar u kunt ook bij ons op het toneel komen zitten.' Een paar mensen gingen weg, maar de meeste kwamen bij ons zitten. Toen volgde er een onvergetelijke nacht."



(tegen Martin Simek, RVU-radio, maart 1995:)

"Je zorgen maken over is niet echt houden van. Mijn eigen moeder en mijn pleegmoeder, zelfs Amsterdam als moeder maakten zich totaal geen zorgen. En die hielden van me!"

"De wodka was heel inspirerend en heel fataal. Maar ook heel inspirerend, nou en of!"

"We leven continu in lawaai. Als je de stilte in jezelf op kunt zoeken heb je een goed tegenwicht in deze waanzinnige wereld."



(tegen Stella Braam, in De Groene Amsterdammer, 20 december 1995:)

"Het is een wonder dat ik hier nog zit en dat mijn stem het nog zo goed doet - met al die sigaretten, drank en weet ik veel. Dat heeft te maken met mijn genen. Ik ben een halve Rus en Russen zijn ijzersterk."

"Ik had veel gerichter kunnen zijn, veel bezetener ook. Bijvoorbeeld met schilderen. Of met piano spelen. En als toneelspeler had ik veel gerichter... al die dingen. Ik heb van alles wat gedaan, met plezier, en dat was mijn leven en van niemand anders."



(tegen Hugo Camps, in Elsevier, 14 september 2002:)

"De tederheid mag morgen weer komen binnenwaaien. En dan heb ik het niet over tederheid als abstractie. Ik wil het voelen. Aangeraakt worden, daar gaat het om. (...) Ik ben goed toebedeeld, heb altijd de kunst begrepen van herkennen en ontvangen. Mijn leven druipt van de liefde."

"Ik ben nooit een zanger met een boodschap geweest. Ik wilde de mensen vermaken. Entertainen. Zij het altijd met een poëtische zwaai. Er zat ook veel onzin in de teksten. Ik kon niet zonder. Het absurdisme is een stuk van de ziel."



(tegen Louis van Dijk, in het NOS Journaal, 25 september 2002:)

"Het Journaal? Bestáát dat nog?"



(tegen Eric van der Berg, in de Volkskrant, 17 oktober 2002:)

"Terugkijken heeft geen zin, en vooruitkijken eigenlijk ook niet. Niet terugkijken of vooruitblikken is een kunst - dat moet je echt leren."



(tegen Humo 4 maart 2003:)

"Il faut donner. Mogen geven, kúnnen geven, is op zich al een schitterend cadeau. Wie niets heeft, kan niets teruggeven. Dat zijn arme mensen - niet materieel maar spiritueel. Geven, dat is trés halleluja (lacht)."


(tegen de webmaster, op 27 januari 2004:)

"Alles wat het leven prettig maakt, daar kun je aan verslaafd raken. Passies! Het heeft alles te maken met liefde. Muziek is zo'n grote liefde van me."

"Ik laat het altijd maar gewoon gebeuren. Dat heb ik met alles. Ik moet er zin in hebben. Ook nu kan er nog van alles gebeuren. Ik ben zelf erg benieuwd!"

(klik hier voor het hele interview)


(tegen de webmaster, op 31 januari 2006:)

"Alle tegenslagen hebben uiteindelijk geleid tot alle voorspoed!"

(klik hier voor het hele interview)



Shaffy.nl
Ramses Shaffy Website Als het stormt in je hart, ga mee, ga mee...