'De Suite-tapes', deel 3
De Shaffy Suite is een serie op de Concertzender over de muziek van Ramses Shaffy. Voor iedere aflevering wordt er iemand geïnterviewd uit het 'gevolg' van Shaffy, die intensief met hem heeft samengewerkt. Deze keer: Polo de Haas.
Hoewel vooral bekend geworden als klassiek pianist, stond hij ook aan de wieg van Ramses' muzikale carrière. De Haas zat achter de piano in Ramses' geflopte musical 'Olé la Marguérita' (1955) en was er ook bij toen in 1964 Shaffy Chantant van start ging.

Polo de Haas:
"Shaffy Chantant was erg gedurfd en avantgardistisch"

- Jullie werkten al in 1955 samen, met de musical ‘Olé la Marguérita’.

“Ja, dat is een totale flop geworden. Ramses was net van de Toneelschool en, expansief als hij is, wou hij toen meteen een vrij groots opgezette show gaan doen, met zo'n beetje tout Amsterdam. Opland zorgde voor de decors, zijn vrouw Soja Tannhauser zong iets - niet van Wagner - Rob van Reijn deed een schitterende pantomime als concertpianist, Femke Boersma - toen heette ze nog Femke Talma – was erbij en Rita Maréchal, een actrice die een jaar of tien geleden is overleden… Er deden heel veel mensen aan mee.”

- Zat er een verhaallijn in?

“Nee, eigenlijk niet. Het was een aaneenschakeling van kleine optredens. Ik kan me geen verhaallijn herinneren. Het was heel vrolijk en wervelend. Ik zat er als pianist bij, een orkest was er niet. Ik vond het verschrikkelijk spannend, zat nog op het conservatorium, had nooit zoiets gedaan. Ramses belde me opeens, had over mij gehoord op de een of andere manier. Of ik mee wilde doen. Natuurlijk! Je springt overal in als je net bezig bent.
De voorstelling flopte, want de recensenten schreven er alleen maar afgrijselijke dingen over en de tweede voorstelling die we zouden spelen kwamen er daarom maar zeven personen aan de kassa. Dat konden we niet doen – het was een tamelijk dik bezette show - dus die mensen hebben hun toegangskaartje vergoed gekregen en daarmee was het uit met de pret.”

- Waren die kritieken terecht, of was het zijn tijd vooruit?

“Ik denk dat het wel een beetje terecht was. Het was natuurlijk ontzettend veulenachtig wat er allemaal plaatsvond. Iedereen was vreselijk enthousiast; ik herinner me dat we een hele nacht doorgerepeteerd hebben voor de première. Maar ik geloof dat in de recensies stond dat het teveel los zand was, te weinig geregisseerd, dat het te slordig in elkaar geflanst was. Er was natuurlijk helemaal geen regie.”

- Zijn er teksten bewaard gebleven?

“Ik heb die in ieder geval niet.”

- Zong Ramses?

“Ja hij zong ook... voornamelijk ‘Olé la Marguérita’ geloof ik!” [lacht]

- Speelde hij ook piano?

“Nee, dat begeleidde ik dan.”

- Waar werden die voorstellingen gegeven?

“In de Doelenzaal op de Kloveniersburgwal.
Opland heeft het affiche en de decors gemaakt. Om de deur heen had hij een prachtige versiering aangebracht, voor de ingang.”


Polo de Haas & Ramses Shaffy, 2 september 2005)

- Tussen Olé la Marguérita (1955) en Shaffy Chantant (1964), zit negen jaar. Hebben jullie in de tussentijd contact gehouden?

“Nee, helemaal niet. Ik kan me zelfs geen enkele voorstelling van hem herinneren, in de tussentijd.”

- Waarom deed hij dan in 1964 toch weer een beroep op u?

“Ik had goed geboerd in die eerste show; kreeg toen als enige wél goeie recensies. Ik denk dat Ramses zich dan kon herinneren. Bovendien was hij er op de een of andere manier achter gekomen dat ik stukken van Léon Orthel speelde, dat was zijn leraar geweest. Dus toen bloeide de samenwerking al meteen op. Hij kwam naar me toe en zei dat hij een ‘tour de chant met tussenspelen’ ging doen – hij noemde het geen cabaret. Of ik daaraan mee wilde doen. De formule van zijn programma was voor mij ideaal. Hij zei: ‘Als jij nou solostukken ertussendoor speelt, doe maar wat je wilt!’ Ik heb Scarlatti gespeeld, veel muziek van Orthel en van Erik Satie, daar was hij ook heel enthousiast over. Satie was toen nog totaal onbekend, zowel bij musici als bij het publiek. Dat is eigenlijk de eerste entree geweest van de muziek van Satie in Nederland. Ik heb ook Ravel gespeeld en Alphonse Stallaert. Dat staat op de elpee die er van Shaffy Chantant gemaakt is; toen die opname werd gemaakt speelde ik dat toevallig. Ook een in Nederland totaal onbekende componist; hij heeft dat stuk aan mij opgedragen. Willem Pijper heb ik gespeeld, en ook eigen composities. Het was voor mij een prima podium om nieuwe dingen te presenteren.
Ik kon zelf bepalen wat ik wilde doen. Voor mij was het ideaal! Zoiets bestaat niet meer. Shaffy Chantant was erg gedurfd en avantgardistisch.”

- Was dat, behalve natuurlijk het talent en de uitstraling van Shaffy zelf, de verklaring voor het succes: dat het vernieuwend was en een combinatie van stijlen?

“Precies! Men had zoiets nog nooit gezien. Ik denk ook niet dat het in het buitenland bestond op deze manier. Er kon van alles. Ramses had zijn eigen tour de chant, Liesbeth List de hare - ik begeleidde Ramses en Ramses begeleidde Liesbeth. Daar tussendoor waren er eenakters, bijvoorbeeld van Cocteau. Hele korte kluchtjes die daar prima in pasten. Jules Hamel deed dat en Lodewijk de Boer heeft heeft nog eens iets geregisseerd. Joop Admiraal deed gedichten, van Lodeizen. Het was een prima samenstelling. De pers vond het schitterend! We hadden vanaf het begin goeie kritieken. En het publiek ging ook uit z'n bol. Heel bijzonder.”

- In latere programma’s ontbraken de klassieke muziek en literatuur.

“Ja, ik heb altijd het idee dat het schipbreuk heeft geleden op z’n kwaliteit. Het was te moeilijk voor een groot deel van het publiek. Kijk, voor de elite van Amsterdam was het natuurlijk prachtig. Bij de eerste voorstelling zaten Cees Nooteboom en Harry Mulisch en ook musici als Louis Andriessen en Peter Schat allemaal op de eerste rij. Dat zou nou niet meer gebeuren. Het was het echt iets van de grachtengordel, al heette het toen nog niet zo. Maar op den duur heeft Ramses toch gekozen voor meer populariteit en - misschien niet bewust - steeds meer van de kwaliteit op dit gebied laten vallen: klassieke muziek ging eruit, de gedichten gingen eruit... Toen wilde ik ook niet meer. Toen mijn muziek eruit ging had ik er geen zin meer in.”

- Dat gebeurde al tijdens Chantant?

“Ja, in het tweede jaar denk ik. Toen ik mijn misnoegen daarover uitte en aarzelde of ik nog wilde blijven, is hij naar Louis van Dijk gestapt. Die heeft mijn plaats ingenomen - met mijn volle goedkeuring overigens - en later is zijn trio erbij gekomen, met John Engels en Jacques Schols. Dat was ontzettend goed! Maar het schip ging toch een andere koers varen.”

- Ontstonden er tijdens Chantant nieuwe nummers?

“Ja, een heleboel. Er staan op de elpee van de show een stuk of zes liedjes van Ramses die door mij begeleid worden: ‘Marije’, ‘Soms’, ‘De een die wil de ander’… Ik heb die nummers vrij summier genoteerd en maakte zelf de hele begeleiding, die nu door Nico van der Linden in het Songboek is genoteerd, wat ik geweldig vind. Dat is nooit eerder gebeurd.”

- Speelden jullie ook ‘5 uur’?

“Ja.”

- En ‘Sammy’?

“Nee, dat is in het tijdvak Louis van Dijk geweest, dat is later geschreven.”

- Dat jullie tijdens de show met nieuwe nummers bezig waren, betekent dat dat de opzet van zijn optredens nogal eens veranderde?

“Jazeker! Heel vaak was Ramses vlak na de voorstelling erg geïnspireerd. Dan zei hij: ‘Ik heb iets in mijn hoofd, ik speel het je voor.’ De tekst had hij dan al klaar. Als het klikte, dan speelden we dat de eerstvolgende voorstelling op het toneel. Dan verviel er iets anders, of we deden het er gewoon bij. Het deed er niet zoveel toe hoe lang het duurde, daar werd helemaal niet op gelet.”

- Hoe lang duurden de shows gemiddeld?

“Dat was heel variabel. Het begon vaak heel laat. De première begon keurig op tijd, hoewel ook laat, volgens mij iets van 21.00 uur. Maar de voorstellingen daarna begonnen steeds later: 21.30 uur, 22.00 uur, soms nog later. En het duurde gewoon tot het afgelopen was, ergens na twaalven.”

- Kun je in Ramses’ liedjes klassieke invloeden horen?

“Nee, dat heb ik er eigenlijk nooit in gehoord. Alleen in ‘I hate music’, waar een soort Bach-persiflage in zit. Zoiets kun je alleen als je veel klassieke muziek gehoord hebt.
Muziek van Ravel, Debussy of zelfs Orthel, die zijn leraar was, heb ik er nooit in gehoord. Muzikaal is het honderd procent Shaffy. Zowel Louis als ik hebben ons natuurlijk wel aan zijn idioom aangepast, maar vooral als hij zelf aan de piano zit, dan herken je de harmonieën die hij gebruikt onmiddellijk als die van Ramses Shaffy. Dat is niet in te delen en daar zijn ook geen invloeden aan te ontdekken. Dat spreekt voor zijn kwaliteit.”

(interview: © Sylvester Hoogmoed, november 2005)


Website Polo de Haas

Meer over de Shaffy Suite



ramses.fanpagina.nl
Ramses Shaffy Website Als het stormt in je hart, ga mee, ga mee...