'De Suite-tapes', deel 5
- Kenden jullie elkaar daarvoor al?
"Nee, ik wist natuurlijk dat hij bestond, zoals iedereen: hij was de koning van Amsterdam!" Maar dat ik af en toe in de Derde Weteringsdwarsstraat langskwam en dat je dan 's morgen ineens ergens op een gracht eindigde, op een feest zaterdagmorgen om vijf uur, dat is allemaal in de periode dat ik met ze speelde. Vergeet niet: ik was hartstikke jong, zat nog op het conservatorium.
- Er is een verhaal dat de ‘Shaffy Cantate’ in de kamer van Louis van Dijk ontstaan is.
“Dat heb ik wel eens gehoord. Het zou absoluut kunnen, maar ik kan het me niet herinneren. Maar ik kan me van tussen mijn twintigste en dertigste heel veel dingen niet herinneren, omdat ik toen zo verschrikkelijk had gewerkt heb. Ik deed soms wel drie, vier dingen op een dag. Ik kan me wel herinneren dat ik een paar weken voor het eindexamen voor het Conservatorium het drankgebruik bijna stillegde en een beetje extra ging studeren. Het waren tropenjaren.”
- Vanaf het begin was de manier van begeleiden anders dan die van Polo de Haas.
"Ik wil begeleidingen naar me toetrekken, zonder het liedje te vernielen. Het zijn vehikels, die je zelf rijker kunt maken. Ik heb dat altijd leuk gevonden, zeker bij dingen van Ramses en Liesbeth. Die kon ik helemaal naar mezelf toesturen en weer terug. Ik noem dat 'voedend begeleiden': degene die begeleid wordt krijgt een lift, zonder dat hij het merkt, behalve door het feit dat hij als het ware vleugels krijgt. Dat vind ik leuk om te doen."
- Ging Ramses daardoor anders zingen?
"Dat denk ik niet, maar omdat hij ongelofelijk muzikaal is hoorde hij dat natuurlijk wel. Hij heeft het gewaardeerd en dat was wederzijds.
- En de Franse impressionisten?
"Ja, zeker in het nummer 'Sneeuw voor Wendela', dat later 'Alles treurigheid' is gaan heten. Dat is helemaal Ravel. Maar toch… dat zijn uitzonderingen. Hij was gek op Frans, maar meestal zijn het veel stormen en veel wind.
- En dat alles geeft zijn muziek dat specifieke karakter.
"Je kunt Ramses' kleur herkennen, in dat enorme deltagebied van verschillende stromen. Het blijft een Ramses-delta: allemaal kleuren die hij in zijn kop heeft zitten."
- Over kleuren gesproken: hoe zat het nou precies met de plaat die nooit verscheen: ‘Een Bloemenkrans en een Nachtgewaad’?
“Zegt me niets. De woorden zijn zeer Ramses-achtig. Het doet me denken aan ‘Pauwen in je ijskast’ en ‘Een cape van Julienne van bedenkelijke stof’. [lacht] Dat soort absolute waanzin! Maar een bepaalde luxueusiteit die ik fantastisch vond.”
- Rond dezelfde tijd deden jullie optredens in Le Mont d'Or, in Scheveningen.
“Het leuke is dat mijn huidige partner daar achter de spots stond. Ze haalde ons ook op. Loesje reed geen auto, Liesbeth niet, Ramses godzijdank ook niet, dus dat deed Aleid, in een huurauto. Het was alleen vrijdags, zaterdags en zondags. Zij zorgden dat iedereen ‘op tijd’ – vaak anderhalf uur te laat – uit de kroegen werd opgepikt. Zolang ken ik haar al. Net zolang als mijn eerste vrouw.”
- Waren die optredens in de zomer?
“Dat zou ik niet meer weten. Aleid, was het ‘s zomers, in de Mont d'Or?”
[Aleid, vanuit de voorkamer:] “Nee het was in de winter.”
“O ja, ik ben nog een keer in de sneeuw met Johnny Engels naar huis gereden.”
[Aleid:] “Ik geloof twee winters. In ieder geval eentje, toen het heel koud was.”
- Blossom Dearie trad daar met jullie op. Was zij er altijd bij?
“Nee, een paar keer, als ze in Nederland was. We hebben ook nog met haar in het theatertje van het Kuhrhaus gestaan. Daar hebben Jacques Schols en John Engels toen met haar gespeeld. Maar die periode is zo mistig…”
- Zong Dearie toen ook nummers van Shaffy?
Nee, ze deed haar eigen dingen.
- Die aparte timing, dat heeft Shaffy ook.
“Jaaah! Die kan ongelofelijk timen over de maatstrepen heen!”
November 1970: Ramses & 'Luigi' luisteren in de studio naar de demo's van 'Zonder bagage'. - De meest jazzy elpees maakte hij begin jaren zeventig, met het trio: ‘Zonder bagage’ & ‘Wij zullen doorgaan’. “Ik weet nog dat ik toen zo verschrikkelijk kwaad was. We hadden ‘Zonder bagage’ gemaakt, het was helemaal klaar en toen heeft Ruud Bos later wat instrumenten er overheen opgenomen, want dat vond Phonogram nodig. Nu staat er op die plaat: ‘Arrangementen: Ruud Bos.’ Terwijl het gewoon mijn benadering van harmonieën was! Daar ben ik in wezen nóg kwaad over.” [lacht] - Hoe ging het maken van die elpee in z'n werk? Kwamen jullie in de periode daarvoor af en toe ter voorbereiding samen?
“Nee, Ramses speelde het meestal voor en dan gingen we het met het trio gewoon doen. Af en toe kregen we ook bandjes van hem. - Die nacht dat dat nummer werd opgenomen?
“De hele plaat! Dat hebben we in één nacht gedaan, misschien in twee. We hebben nog nooit dagen in de studio gezeten. Ik wil het liefst ’s morgens rond tien uur, half elf de studio in en dat het er dan rond een uur of vier ‘s middags op staat. Je weet toch wat je wilt en kan, geen gedoe. Het wordt niet beter de derde keer. - En dan alles in één take?
“Heel vaak wel. - Schreef hij dan ook in de studio nog aan nummers? Op de hoes van ‘Zonder bagage zie je dat hij daar aan een tekst werkt.
“Toen we ‘Wij zullen doorgaan’ maakten zat hij in ieder geval boven in een kamertje teksten te schrijven. Hij zegt in de documentaire van Pieter Fleury: ‘Dan kwam ik beneden en dan hadden ze er ondertussen jazz van gemaakt!’ Dat was toen. - En van wie is het fluitje daarbij, wat ook in het intro van de Shaffy-site te horen is? Is dat Ramses? “Of het is Ramses, of het is Gerrit den Braber.” - Had Den Braber een grote inbreng? Wat was zijn betrokkenheid? “Hij vond Ramses zonder enige twijfel heel interessant, had een zwak voor hem. Tekstmatig, of op een andere artistieke manier heeft hij niets bijgedragen. Hij was producer, hoe hij dat invulde weet ik niet.” - ‘Wij zullen doorgaan’ is een van zijn mooiste elpees, maar het werd geen succes… “Het was te introvert.” - Had dat als consequentie dat hij daarna een hele tijd geen nieuwe plaat meer mocht maken?
“Geen idee. Ramses en ik waren muzikaal twee handen op een buik, maar behoudens dat had ik niet zo veel met hem te maken, bijna niets. Ik ging wel eens een nacht mee met het zootje, maar ik was getrouwd en had een kind, later twee. Ondanks het heftige drankverbruik was ik een redelijk oppassende huisvader. Ik ging bijna nooit mee met die oeverloze nachten die in het niets eindigde. Als het een keer gebeurde was het enig, maar ik was vooral met muziek bezig. Hoe hij benaderd werd door platenmaatschappijen, of elpees een succes werden of niet, dat ging totaal langs me heen. We maakten het, vonden het heerlijk om te doen en kregen dan voor die opnames flat fee betaald; ik weet niet eens meer hoeveel. Ramses was de enige die royalties kreeg - en terecht.
(interview: © Sylvester Hoogmoed, december 2005)
![]()
|