'De Suite-tapes', deel 6
- Vond Ramses die zelf ook beter?
"Ja, hij was het er meteen mee eens toen ik voorstelde om het opnieuw op te nemen.
- Waren er veel feesten?
"Nou feesten... Er waren hele leuke ontmoetingen. Ik herinner me dat we 's avonds een keer bij hem thuis kwamen en dat
Ramses aan de vleugel zat met Joni Mitchel! Hij was naar een concert van haar geweest, na afloop bij haar in de kleedkamer beland en van het een kwam het ander: zij is met hem meegegaan en ze hebben daar gezellig zitten musiceren. Dat soort dingen kon je daar meemaken. En het ging vaak nachten en nachten door. Nacht en ontij, daar hield ik van, dat herkende ik heel erg in hem. Van de kwaadaardige middelen, waar wel eens roddels over waren, heb ik nooit wat gemerkt. Ramses nam graag een drankje, maar zelfs dat met mate. Wat we deden was puur muziek maken en op pad gaan in Amsterdam, vele uren achter elkaar. Dat was erg leuk, maar ook erg inspirerend en leidde vaak tot mooie dingen."
- Dat het na de elpee 'Wij zullen doorgaan' drie jaar duurde voordat 'We leven nog' verscheen had dus niet te maken met zijn levensstijl?
"Nee, echt niet. Ik heb meegemaakt dat hij dagenlang geen druppel dronk. Natuurlijk kwam het wel eens voor dat hij een
slokje te veel op had en soms viel er wel eens een slokje verkeerd. Maar exorbitante toestanden heb ik nooit meegemaakt. Grote mensen doen grote dingen, en in onze maatschappij van kleinburgers wordt er dan al snel
gesproken over exorbitant gedrag. Bomans zei vijftig jaar geleden al dat alles wat boven het maaiveld uitsteekt afgehakt
wordt in dit land en dat is ook zo. Als iemand eens een misstapje zet, struikelt en de reputatie heeft een drankorgel te
zijn, dan wordt hem dat zwaar aangerekend. En dan komen de verhalen...
- Was Phonogram wat huiverig omdat de elpee 'Wij zullen doorgaan' nauwelijks verkocht was?
"Dat was natuurlijk een dipje. Met 'Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder' had hij een hit gehad, maar
daarna was het angstvallig stil geworden. Toen kwam die elpee 'Wij zullen doorgaan' uit en die deed helemaal niks.
Natuurlijk gaat zo'n maatschappij zich dan achter de oren krabben.
Bovendien, Ramses was al vanaf 1965/66 bij die platenmaatschappij bezig en dan wil er nog wel eens sleetsheid gaan
optreden in zo'n samenwerking. Er waren ook wat personele wisselingen geweest.
Maar toen kwam er een nieuwe meneer bij Phonogram, die ik uitnodigde bij 'Ramsessie',
dat vond hij verschrikkelijk leuk en op een gegeven moment komt van het een het ander,
wordt er een budget ter beschikking gesteld en ga je zo'n elpee maken."
- Werden er tijdens Ramsessie ook nieuwe nummers voor de elpee getest?
"Ja, 'Echo' bijvoorbeeld en 'Doorgaan' op mijn manier, in de nieuwe vorm. Dat kreeg een enorme respons in de zaal."
- Zijn er ook nummers die bedoeld waren voor de elpee afgevallen omdat die het minder deden in de zaal?
"Nee. We hebben wel hele rare dingen gedaan, echt geweldig, waar de maatschappij niets van begreep.
Het nummer 'Doudy' bijvoorbeeld. Een fantastisch nummer! Alleen, het heeft zijn eigen taal.
We hebben nu nog niet zo lang geleden een Limburgs meidengroepje gehad dat een nummer 1 hit scoorde met een
nummer dat heel lekker klinkt maar in een taal die ze zelf hebben verzonnen. Ramses deed dat ook!
Het had blijheid, in een taal die niet bestaat. Als je dat nummer nu zou uitbrengen, zou iedereen zeggen: 'Wat leuk!',
maar toen krabden mensen zich achter de oren. Zoiets kon eigenlijk niet. Je moet je realiseren dat het een tijd was
waarin nog zwaar werd gesproken over de teksten van Ernst van Altena en Lennaert Nijgh;
het moest allemaal verantwoord zijn... Het is ook heel goed om dat soort dingen te doen,
maar bij Ramses had je vaak de ongereptheid van het totale omdraaien van de realiteit.
Dat heb ik altijd erg in hem bewonderd. "
- Is er veel materiaal uiteindelijk niet op de elpee terechtgekomen?
"Ja, op een gegeven moment moet je kiezen. Je begint vaak met het verzamelen van fragmenten en ideeën.
Naderhand ga je dan eens kijken wat je daarvan gaat uitwerken.
Maar de keuze die we hebben gemaakt was onomstreden. Er was geen discussie over dit wel en dat niet.
- 'We leven nog' is zijn meest 'poppy' plaat. Luisterde hij veel naar popmuziek?
"Hij had naar mijn plaat 'Tuig' geluisterd en wist dus een beetje hoe het bij mij zat.
Ik heb natuurlijk een iets andere visie op de materie dan bijvoorbeeld Louis van Dijk,
waar ik een groot bewonderaar van ben - afzien van dat het een hele aardige man is: een ongelofelijke pianist.
Maar ik ben van de pop. Niet alleen, maar daar ligt wel een heel groot deel van mijn hart.
Dat was voor Ramses toen we uiteindelijk gingen opnemen wel even wennen.
De eerste dag hebben we daar een behoorlijk gesprekje over gehad, en dan zeg ik het diplomatiek.
Ramses was gewend aan de werkwijze met Louis. Die gingen vlak voor de opname in een kamertje zitten,
Ramses zong zijn liedjes, speelde het voor, Louis maakte wat aantekeningen en het trio was zo professioneel dat ze
vrij snel in de gaten hadden hoe ze dat moesten spelen. Daar werd van tevoren niet uitgebreid in gearrangeerd.
Bij mij werkte dat anders. Ik ging echt uit van een popconcept, ook productioneel. Ik werkte in lagen.
Je begint met een basis en dan zet je er dingen bij. Ik had het schematisch helemaal uitgearrangeerd en wist
precies wat het eindresultaat moest zijn, maar je begint in een heel strak, bijna basisschema te werken.
Daar snapte Ramses geen moer van. Die was gewend Louis te horen spelen vanaf de eerste noot,
met alle prachtige tonen en klanken die Louis in zich heeft. Bij mij was dat ingevuld in segmenten.
Dus het kon voorkomen dat er een aantal maten alleen maar een drum en een bas klonk.
Daar wilde ik dan naderhand bijvoorbeeld iets doen met blazers of met een ingedutte gitaar
die naderhand werd gespeeld. Ramses snapte dat aanvankelijk niet. Daar heb ik dus met hem een gesprek over gevoerd.
Ik zei: 'Laat mij nou maar even mijn gang gaan!'
Toen hij op een gegeven moment snapte waar het naartoe ging, was hij totaal gewonnen en begreep hij het helemaal."
Chris Pilgram & Ramses Shaffy, 16 september 2005 - Ramsessie werd na afloop nog eens helemaal overgedaan in het Engels. Waarom was dat?
"Voor buitenlandse toeristen was er weinig te doen op theatergebied. Daarom deden we 's avonds het Nederlandse programma
en dan in de nacht alles nog een keer in het Engels.
Ramses was de eerste die dat deed, naderhand is Paul van Vliet dat ook gaan doen, in het Circustheater. - Had hij die zelf vertaald? "Het merendeel wel; Ramses spreekt aardig over de grens, dat kan hij heel goed, al zal hij best wel eens hier en daar advies hebben gevraagd. Ik weet dat er in dat café op de Weteringsschans, de Gelaghkamer wel eens wat mensen zaten die het Engels met hem doornamen. En Blossom Dearie assisteerde op een gegeven moment nog wel eens wat; die was vaak in Amsterdam." - Hoe ging dat met die Engelse voorstellingen: begonnen die onmiddellijk na afloop van de Nederlandstalige? "Nee, er werd eerst nog wat nagekaart en gedronken en dan begon de nachtvoorstelling ergens tussen twaalf en één, dat weet ik niet meer precies. Er zat in ieder geval wat tijd tussen, het zaaltje kon even wat luchten." - En daar kwamen vooral toeristen op af? "Ook het nachtleven en heel veel mensen uit de kring van Ramses natuurlijk. Hij had een behoorlijke schare aanhangers, die daar ook op afkwamen. Maar ook toeristen, Amerikanen en Engelsen, die meegingen in dat feest - want dat werd het op een gegeven moment wel, zeker in zo'n nachtsessie, ging het er wat minder formeel aan toe. Ramses natuurlijk toch al niet van het driedelig pak en de regeltjes en wanneer er in de nachtelijke uren zo hier en daar eens een glaasje wijn voorbijkwam was dat alleen maar leuk. Het was echt een groot feest. Als je daar als toerist in verzeild raakte wist je natuurlijk niet wat je overkwam!" - Die voorstellingen waren in Utrecht? "Nee dat deden we in het Shaffytheater." - In Utrecht heeft hij toch ook zoiets gedaan? "Ja, een aantal theatersessies, workshops in het theater op het Janskerkhof; dat waren geen vastomlijnde programma's. Hij nodigde een aantal mensen uit, zoals Heddy Lester. Een klein theatertje - het bestaat geloof ik niet meer - dat was gelieerd aan een studentenvereniging, waar hij op zaterdagavond en in de nacht die daarop volgde een soort jammsessieachtig geheel bracht. Hij speelde zelf wat aan de vleugel, soms waren er wat muzikanten bij - ik geloof dat ik Nico van der Linden er ook wel eens heb zien optreden met zijn trio. Dat deed hij een aantal weken achter elkaar en het was eigenlijk nooit duidelijk hoe dat programma zou verlopen. Erg leuk. Het kon snel ophouden maar ook uren doorgaan. Bij nacht en ontij, uren achter elkaar. Daar waren altijd wel weer erg leuke dingen in te ontdekken. We hebben regelmatig de zon zien opkomen." - Dat was na Ramsessie? "Ja, dat was een soort leuk tussendoortje voor hem." - Hebben jullie na 'We leven nog' nog veel samengewerkt?
"Ja, we hebben de voorstelling met Liesbeth gedaan, begeleid door de Shaffy's. Dimitri Frenkel Frank deed de regie en
ik was gevraagd daarvoor de muzikale leiding te doen. Een erg leuke voorstelling,
waarmee ze bijna twee jaar door het land zijn getrokken. Daarna is iedereen weer eens andere dingen gaan doen.
(interview: © Sylvester Hoogmoed, december 2005)
|