Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder



SERGE REGGIANI (1922-2004)


In de nacht van 22 op 23 juli overleed de Franse acteur/zanger Serge Reggiani, na een leven vol drama, doordrenkt met alcohol. Hij was een van de laatste nog levende vertegenwoordigers van het literaire, anti-burgerlijke chanson.

(tekst: Sylvester Hoogmoed, gepubliceerd in Impuls, september 2004)

Frankrijk is het land van de clochards, de rode wijn en het Bourgondische leven. Maar ook dat van de boeren, kleinburgers en elitaire arrogantie. En het is het land van de revoluties! Af en toe wordt het de Fransen allemaal teveel, dan gaan ze en masse de straat op en eisen verandering. In de jaren vijftig en zestig werd dit protest nogal gevoed vanuit de muziekwereld. Chansonniers als Mouloudji, Brel, Brassens en Ferré lieten zich weliswaar zelden rechtstreeks uit over politieke kwesties, maar ze stelden wel de gevestigde orde aan de kaak en bespotten veelvuldig het kleinburgerlijke leven. Het nieuws is nauwelijks tot Nederland doorgedrongen, maar eind juli is in Parijs een van de grote chansonniers uit dit tijdperk overleden: Serge Reggiani. Hij werd 82 jaar.

Reggiani begon als acteur, in de jaren veertig. In totaal zou hij spelen in meer dan tachtig films, waarin hij, met zijn intens melancholische blik, vooral uitblonk in het neerzetten van nogal tragische personages. Hoogtepunt was zijn hoofdrol in ‘Casque d’Or’, van Jacques Becker (1952), waarin hij schitterde naast Simone Signoret. Ook zijn rollen in klassiekers als Le Doulos (1963), l’Armée des ombres (1969) en Vincent, François, Paul et les autres (1974) oogsten veel lof. Maar niet alleen met zijn blik, vooral ook met zijn stem wist hij mensen in het hart te raken. In de jaren zestig – hij was toen al over de veertig - werd hij door de zangeres Barbara ontdekt als chansonnier. Met zijn schitterende timbre bracht hij op onnavolgbare wijze de maatschappijkritische chansons van Boris Vian. Le Déserteur bijvoorbeeld, dat gericht was tegen de Franse koloniale oorlog in Algerije, maar in de jaren zestig ook gezien kon worden als een protest tegen de oorlog in Vietnam:

Meneer de president
Als u me gaat vervolgen
Zeg dan tegen uw gendarmes
Dat ik ongewapend ben
En dat ze kunnen schieten.

Het grootste deel van zijn repertoire werd speciaal voor Reggiani geschreven, onder meer door Georges Moustaki (Ma liberté, Sarah) en later door zijn eigen zoon, Stéphane, met wie hij ook optrad.

In 1980 sloeg het noodlot toe: Stéphane Reggiani pleegde zelfmoord. Vader Serge raakte in een diepe, langdurige depressie, en zwaar aan de drank. Het lied La chanson de Paul, door Ramses Shaffy in de vertaling van Boudewijn Spitzen vertolkt als Ik drink, was hem wel zeer op het lijf geschreven:

Ik drink
Op elke ongeschreven brief
Op elke schoft, elk negatief
Op elk vergeefs ‘ik heb je lief’

De laatste jaren echter, ging het weer beter met Reggiani. Hij trouwde, begon een nieuwe carrière als schilder, maakte een paar cd’s en trad ook af en toe nog op. Met zijn breekbare, wankele gestalte, de baard die hij had laten staan en die blik van hem, melancholischer dan ooit, had hij het uiterlijk van de ideale clochard gekregen. Maar dan wel eentje die de avond na zijn dood het Franse Achtuurjournaal voor een groot deel beheerste.

© Sylvester Hoogmoed, 2004


Website Fanclub Reggiani

In Memoriam door Bertrand Dicale



ramses.fanpagina.nl
Ramses Shaffy Website Als het stormt in je hart, ga mee, ga mee...