In 1997 publiceerde Ramses 'Mijn Goddelijke Reizen' (Baarn: De Prom, isbn 90 6801536 2).
Enkele fragmenten:
"Het was ongeveer vijf uur, het gebruikelijke uur voor een drankje, maar
het bleek een vegetarisch hotel zonder drank en vlees. Dat moest mij weer
gebeuren." (...) Na een adembenemede tocht van weet ik veel hoelang
kwamen we in het dorp met een paar marskraampjes, en een van hen verkocht
alcohol, heel gewoon. Ik kocht twee flessen bier en hup, dertig kilometer weer
terug."
"Het is vreselijk allemaal, maar dit heet vakantie. Ik lijk bijna een
cynicus en ben het wezenlijk niet, maar soms is het leuk om ermee te spelen. De
morgen is weer catastrofaal begonnen. De zusters waren kwaad omdat ik vannacht te laat thuis kwam en klaarblijkelijk te veel lawaai heb gemaakt met de deuren."
"Het is niet zo eenvoudig om alleen te zijn en het te blijven, en misschien is het niet gezond. Ik voel me zo vaak opgeëist, en dan mis ik de warmte van degene die me opeist."
"De zee is wilder dan ooit en beukt tegen het strand. Dan moet je
oppassen., want voordat je het weet word je meegezogen naar de razende kolken,
is er geen weg meer terug, en ben je verloren. Maar als je als een klein kind in
het zand de golven zit af te wachten, is het machtig."
"Er staat een hele lange, lieve palm voor mijn balkon en ik zend hem
alles toe wat goed is. Hij geeft mij veel steun. Als ik aan zorgelijkedingen
denk in Amsterdam zeg ik: 'Stop! Kijk naar je palm!' en dan ben ik weer in Goa."
"Ik zit hier in een morgencafé, en de aangespoelde mannen zeggen me met
veel plezier dat ik de buurt uit de slaap gezongen heb."
© Ramses Shaffy