Het liefdesavontuur van Barbara (1930-1997)

"Qu'on ne m'ordonne pas
Je suis reine en mon île"
(uit: L'enfant-laboureur)

Voor de meeste Nederlanders is zij een 'femme inconnue'. Dat geldt echter voor vrijwel iedereen die in een andere taal dan het Engels of Nederlands zingt. In Frankrijk is Barbara allerminst een onbekende. Vier jaar nadat ze overleed zijn haar cd's daar nog altijd in vrijwel iedere platenzaak verkrijgbaar en er zijn diverse biografieën over haar te koop. Het chanson wordt door de Fransen veel serieuzer genomen dan de kleinkunst in Nederland. Het hoort bij hun cultuur als het stokbrood, de wijnen en kazen. De liedteksten van de belangrijkste tekstdichters onder de chansonniers worden vaak zonder meer gerekend tot de literatuur, die in Frankrijk bovendien op een veel hoger voetstuk staat dan in Nederland. De bekendste mannelijke chansonniers schreven hun eigen teksten, van Charles Trenet, Georges Brassens en Jacques Brel tot Serge Gainsbourg en Renaud. Vreemd genoeg gold dit niet voor de meeste van hun vrouwelijke collega's. Gerenommeerde chansonnières als Edith Piaf en Juliette Gréco hebben hun leven lang uitsluitend andermans werk gezongen. Weliswaar werd dit vaak speciaal voor hen geschreven, maar zij zijn toch uitvoerende artiesten gebleven. Een uitzondering was Anne Sylvestre, die vanaf de jaren vijftig haar eigen liedjes op de plaat zette – en dat overigens nog steeds doet. Hoewel bekend bij de meeste chanson-liefhebbers is zij echter nooit een 'vedette' geworden. Pas in de jaren zestig slaagde een chansonnière erin met haar eigen repertoire door te breken naar een breed publiek: Barbara.

Achtergesteld

Monique Serf, zoals Barbara ingeschreven stond bij de burgerlijke stand, is op 9 juni 1930 geboren in Parijs. Ze heeft een ongelukkige jeugd. Op haar negende breekt de oorlog uit en moet het gezin, dat van Joodse afkomst is, onderduiken. Al voor de oorlog hadden haar ouders moeite de touwtjes aan elkaar te knopen en bovendien is hun huwelijk niet bepaald gelukkig. Voor de jonge Monique hebben ze maar weinig tijd. Op broer Jean, die goed kan leren - later zal hij arts worden - hebben zij al hun hoop gevestigd. Monique heeft het gevoel dat ze bij hem wordt achtergesteld. Vooral door haar vader voelt ze zich vaak vernederd, omdat die nogal eens denigrerende opmerkingen maakt. Vader Serf is een moeilijk mens, die uiteindelijk zijn gezin verlaat om nooit meer iets van zich te laten horen. Totdat Barbara jaren later ineens een telefoontje krijgt van een onbekende, die vertelt dat haar vader in een ziekenhuis in Nantes op sterven ligt. Hij laat vragen of ze wil komen. Wanneer ze daar arriveert is hij echter reeds overleden. Een vriend van haar vader vertelt dat deze heel trots op haar was... In het lied Nantes schrijft Barbara hoe haar vader toen zonder adieu of je t'aime voorgoed uit haar leven verdween. Het wordt een van haar grootste successen.
Hoe ondergewaardeerd ze zich in haar jeugd ook voelt, ze mag wel muzieklessen volgen en gaat later zelfs naar het conservatorium. Hoewel een carrière als concertpianiste of zangeres van klassiek repertoire in het verschiet lijkt te liggen kiest ze uiteindelijk voor het chanson. Haar ideaal is om solo-voorstellingen te geven, alleen op het podium, zittend achter een vleugel, zingend over wat haar beweegt. Als artiestennaam kiest ze voor Barbara, geïnspireerd door een gedicht van Jacques Prévert.

Mannenwereld

De carrière van Barbara komt begin jaren vijftig maar moeilijk op gang. Als jonge vrouw valt het haar niet mee om zich een plaatsje te veroveren in het harde mannenwereldje van de 'amusementsmuziek'. In deze periode hebben enigszins anarchistische en literair bevlogen tekstdichters/chansonniers als Boris Vian en Georges Brassens weliswaar al succes onder ('existentialistische') intellectuele jongeren, maar het chanson heeft nog niet de status die het een paar jaar later krijgt. Wie muzikant wil worden in het 'lichtere', dat wil zeggen niet klassieke genre, begeeft zich in een wereldje dat erg dicht tegen dat van de blote cabarets aanligt. Wanneer Barbara auditie doet om in het koor van een operette te mogen meezingen wordt er vooral op haar benen gelet. Ze wordt aangenomen, maar vertrekt al na een paar maanden, omdat het haar daar niet bevalt en ze bovendien onderbetaald wordt. Ze ontvlucht Parijs en reist naar Brussel, waar ze bij een neef intrekt. Deze gaat haar echter steeds meer als een huissloof behandelen. Ook hem ontvlucht ze, waarna ze dakloos en zonder inkomsten door de voor haar totaal onbekende stad zwerft. Tenslotte ziet ze geen andere uitweg meer dan zich te prostitueren. De eerste man die haar van de straat oppikt blijkt een Parijzenaar te zijn, die al snel medelijden met haar krijgt. Hij geeft haar geld zonder enige tegenprestatie te verlangen. Zijn aanbod haar mee terug te nemen naar Parijs slaat ze echter af; ze moet en zal haar buitenlandse avontuur tot een goed einde brengen. Met het geld van de Parijzenaar kan ze het weer een tijdje uitzingen, en uiteindelijk raakt ze in contact met een groepje kunstenaars. Deze stellen haar in de gelegenheid in België haar eerste ervaringen als chansonnière op te doen.
In haar onvoltooid gebleven autobiografie Il était un piano noir... (1998) kijkt Barbara met het nodige mededogen terug op de mannen die in de moeilijke beginperiode van haar carrière een rol speelden. Zoals de souteneur die haar een lift geeft wanneer ze uiteindelijk terugwil naar Parijs. Deze 'monsieur Victor' vond zij, getuige haar mémoires, een uiterst sympathieke romanticus; Barbara wijdt vele, liefdevolle woorden aan hem. Liefdevoller dan de woorden die ze aan haar echtgenoot wijdt, met wie zij in het begin van haar carrière korte tijd getrouwd is geweest. Niet dat ze op hem ook maar iets aan te merken heeft, maar daarmee is dan ook alles gezegd. Het schijnt dat er geen enkele foto bestaat waarop het echtpaar gezamenlijk is afgebeeld.

Mysterie

Toen Barbara in november 1997 na een oogoperatie onverwacht stierf werkte ze aan haar autobiografie. Deze eindigt in feite op het moment dat ze begin jaren zestig haar eerste successen oogst. Over de periode daarna doet zij slechts fragmentarisch verslag. Aangezien Barbara haar leven lang de publiciteit schuwde, zal daarom altijd een waas van mysterie blijven hangen rondom deze opvallende verschijning, die altijd in het zwart gekleed ging. Een feministe was ze niet. Een van haar bekendste chansons, Göttingen, ging weliswaar over de verzoening met aartsvijand Duitsland, maar politiek of maatschappijkritiek was niet haar stiel. Toch heeft zij als eerste bekende chansonnière die haar eigen liedjes schreef en componeerde het nodige betekend voor de vrouwenemancipatie in Frankrijk. Helaas heeft zij weinig navolging gekregen. Van de bekendere chansonnières is alleen Françoise Hardy in latere jaren haar eigen repertoire gaan schrijven, maar diens grootste hits waren van de hand van anderen.
Een overeenkomst tussen Barbara en veel andere talentvolle geëmancipeerde vrouwen is dat haar carriçre ten koste lijkt te zijn gegaan van haar privé-leven. Ze betreurde het nooit aan kinderen te zijn toegekomen. En hoewel ze naar eigen zeggen bijna voortdurend op allerlei mannen verliefd geweest was, kende ze in haar leven geen langdurige liefdesrelaties. Afgezien dan van de band met haar fans. Ma plus belle histoire d'amour was een van haar bekendste chansons; "u bent mijn mooiste liefdesavontuur" zong ze daarin tot haar publiek.

Gepubliceerd in Raffia, december 2001
Tekst: © Sylvester Hoogmoed



Klik hier als u links geen menu ziet!