Rond 22.15 uur weerklonk er een applausje: Ramses betrad de zaal. Zo'n drie kwartier later besteeg hij het podium, waar hij ontspannen de verrichtingen van zijn collega's volgde. Een minuut of tien daarna gebeurde het. Terwijl een improvisatie van Louis van Dijk overging in de eerste tonen van 't Is stil in Amsterdam, liep Ramses naar de microfoon. Hij zong zijn lijflied. Hij zong het perfect, van het begin tot het einde, tekstvast, magnifiek. Heel eventjes borrelde de karakteristieke Shaffy-hoest op, maar prima getimed kwam dat de doorleefde vertolking alleen maar ten goede. Na afloop was er een daverend applaus, overgaand in een staande ovatie. "Hij heeft het verdiend, voor alles wat geweest is en gaat komen," aldus Freek de Jonge, die de avond presenteerde.
|